Na het telefoontje van de gynaecoloog bel ik meteen mijn man. Hij belooft zijn werk af te ronden en naar huis te komen. Ondertussen ga ik naar mijn ouders om uit te leggen wat ik net gehoord heb.
Normaal gesproken heeft een man miljoenen zaadcellen, onder de 10.000 spreken de artsen van een verminderde vruchtbaarheid. Bij ons onderzoek is geen enkele cel gevonden. Omdat de gynaecoloog dit ook nog nooit heeft gezien heeft spreken we af haar over een paar dagen in het ziekenhuis te zien.
We maken een afspraak en ik bel mijn werkgever dat ik die dag later begin. Meteen biedt hij aan dat ik de middag ook wel vrij mag nemen zodat we samen even kunnen bijkomen.
De dagen vliegen voorbij en we zoeken zelf veel op internet. Natuurlijk kom je dan de meest uiteenlopende verhalen en ervaringen tegen en schieten we er eigenlijk niks mee op. Mijn man is meer van de medische sites en vindt meteen allerlei behandelingen die gedaan kunnen worden.
De ochtend van de afspraak breekt aan en weer wandelen we in de herfstzon naar het ziekenhuis. Deze keer nog meer gespannen dan de vorige keer.
Gelukkig zijn we snel aan de beurt en de gynaecoloog is net zo geschrokken als wij. Doordat we het nieuws al even hebben kunnen laten zaken kunnen we rustig in gesprek gaan. Zij vertelt ons dat ze contact gehad heeft met een landelijke vereniging van gynaecologie over ons dossier en uitkwam bij een professor in het UMCG.
We besluiten om de verwijzing naar het UMCG te maken waar we door diezelfde professor verder geholpen zullen worden. Zij is gespecialiseerd in complexe gevallen, we krijgen de beste, wordt ons verzekerd.
We nemen afscheid van onze gynaecoloog en beloven dat als het gelukt is we bij haar terug komen. Ook spreken we af dat ze ons over een paar maanden belt om te kijken hoe het gaat.
Ondanks de waarschuwing dat het wel even kan duren hebben we al na een paar weken de verwijzing in huis met een nog langere vragenlijst. We kunnen in januari al terecht!
De vragenlijst is lang en uitgebreid, alles wat ook maar van een klein beetje invloed kan zijn moeten we invullen. Ook hebben we informatie van onze moeders nodig over hoe hun zwangerschappen zijn gegaan. Werkelijk alles komt voorbij.
Voordat we het weten is het al januari en lopen we samen in het mega ziekenhuis.
De afdeling ziet er erg mooi uit en we voelen ons meteen op ons gemak.
De professor haalt ons op en ook zij is gelukkig erg aardig.
Zij legt nogmaals alles uit en stelt veel vragen. We moeten allebei weer bloedprikken en er moet een nieuw zaadonderzoek gedaan worden om te kijken of de uitslag nog hetzelfde is. Daarnaast vraagt de arts of we al hebben nagedacht over alternatieven.
Ze begint over donoren, adoptie en pleegkinderen. Hier hebben we het wel eens over gehad maar als het een serieuze optie wordt is dit gesprek toch heel anders.
Ze drukt ons op het hart hier goed over te praten en wil bij de volgende afspraak graag weten wat we wel en niet willen.
Met een stapel afspraken brieven en een bomvol hoofd vertrekken we weer naar huis. We moeten in maart terug komen en hebben die tijd hard nodig om over alles na te denken.
Geef een reactie